NieuwsBulletin
Archeologie 1 Boerderijen in Salland | ![]() | ||||
![]() |
Op 28 mei kreeg Ab Goutbeek door Prinses Beatrix de versierselen behorend bij de uitreiking van de Zilveren Anjer opgespeld. Een heel bijzondere eer tijdens een heel bijzondere ceremonie in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam.
Het Prins Bernard Cultuurfonds kent een keer per jaar Zilveren Anjers toe aan mensen die zich minimaal 10 jaar onverplicht en onbetaald bijzonder hebben ingezet voor cultuur of natuur in het Koninkrijk de Nederlanden. De onderscheiding, die voorkomt uit de nalatenschap van verzetsstrijder Thijs Taconis, bestaat sinds 1950. Maximaal 5 personen komen daar per jaar voor in aanmerking. Het aantal aanmeldingen is veel groter. Des te groter de eer voor Ab. Gezien zijn verdiensten voor cultuur én natuur in Dalfsen en wijde omgeving uiteraard zeer verdiend.
De familie Goutbeek had een bus geregeld voor het vervoer van Dalfsen naar Amsterdam. Maar vervolgens werd voor 28 mei een openbaar vervoerstaking uitgeroepen. Dat zou een probleem kunnen worden. Dat dacht de organisatie van het Prins Bernard Cultuurfonds ook, dus werden Ab en zijn vrouw Tiny op 27 mei met een taxi van huis opgehaald en afgezet bij hotel Krasnapolsky tegenover het Paleis. Waarover later meer. Burgemeester Erica van Lenthe en wethouder Jan Uitslag namen ook het zekere voor het onzekere en vertrokken direct na de gemeenteraadsvergadering op maandagavond per auto naar Amsterdam. De bus met daarin de familie van Ab en Tiny en de uitgenodigde vrienden en HKD-leden (allemaal van tevoren opgegeven en vast en zeker zorgvuldig gescreend) zou om 7.15 uur vertrekken uit Dalfsen. Iets na half 8 verscheen de bus eindelijk, de chauffeur ontdekte tussen Dalfsen en Zwolle dat hij zijn papieren vergeten was en moest eerst terug naar Zwolle. Voorzien van een lunchpakket , verzorgd door De Trefkoele+, (met dank aan Emily Poppe) togen wij op de hoofdstad aan. De reis verliep zeer voorspoedig. Tot Diemen. Daar liep het verkeer vast, dus dacht de chauffeur een sluipweg te nemen, door de nieuwe Amsterdamse wijk IJburg. Dat hadden er kennelijk veel meer bedacht, want daar stond het verkeer even later muurvast.
De aanvankelijk uitstekende stemming in de bus daalde elk kwartier. Het werd hoe langer hoe stiller. Immers de organisatie had laten weten dat omstreeks half 11 iedereen aanwezig moest zijn. Over een afstand van 200 meter deed de bus een uur. Intussen verscheen op een telefoon een foto van Ab en Tiny, gemaakt door een dochter van zijn broer, die aan een zeer rijkelijk voorzien ontbijt in een luxe omgeving bezig waren. Plotseling , omstreeks kwart over 10, kon de chauffeur weer gas geven en via de achterkant van het Centraal Station en de tunnel kwamen wij in de binnenstad, reden met grote snelheid over de, vrijwel lege, Nieuwezijds Voorburgwal (er reden geen trams) naar het Paleis. Dat was omgeven door dranghekken, maar de bus mocht tot vlak voor de rode loper rijden, zodat iedereen net op tijd was en na controle van toegangs- en identiteitsbewijs het Paleis betrad. Obers/lakeien in livrei boden koffie aan, alvorens de ceremonie in de grote zaal op de eerste verdieping een aanvang nam. De vier laureaten, met gezichten van verwondering en spanning, kwamen met hun partners, het bestuur van het Prins Bernard Cultuurfonds én Prinses Beatrix de zaal binnen. De uitreiking aan Ab werd ingeleid met een filmpje (zie de site van het fonds: www.cultuurfonds.nl), waarin een fraai portret van Ab (en ook van Tiny) werd gegeven, gevolgd door een al even mooie toespraak van de directeur van het fonds, Adriana Esmeijer. Daarin kwamen de verdiensten en de persoon van Ab in toepasselijke bewoordingen heel goed uit de verf. Hij kreeg de Zilveren Anjer, samengevat in het programma, voor zijn grote inzet voor de cultuurhistorie, archeologie, cartografie en natuur van Dalfsen en omgeving.
Waarna Prinses Beatrix en Ab het podium betraden voor de uitreiking. Zie de bovengenoemde site.
Na de uitreiking aan de andere drie laureaten volgde een receptie, tijdens welke Prinses Beatrix zich onderhield het de gedecoreerden en hun familie. Om 14.00 uur vertrok de bus, tussen de drommen toeristen op de Dam door, naar Dalfsen. Nu met Ab en Tiny aan boord. Ab zag er weer ontspannen uit en sprak zijn verwondering uit over onder meer de organisatie en de luxe in het hotel. Citaat: “det bedde was zo groot, d’r passen d’r wel vèère in”. Tijdens de terugreis kreeg Ab door de voorzitter van de HKD een heel bijzonder boek uitgereikt. Dat boek bevat alle artikelen die Ab tot nu toe in ons blad Rondom Dalfsen gepubliceerd heeft. In het Historisch Centrum Ab Goutbeek is een exemplaar van het boek (er zijn er maar 2 van) in te zien. Zijn enorme veelzijdigheid en productiviteit blijkt uit de vele tientallen verhalen en onderwerpen die hij heeft beschreven. Daarnaast kregen Ab en Tiny een dummyboek uitgereikt, waarin zij hun memoires kunnen optekenen. De volgende dag werd Tiny tot haar ontroering verrast door de secretaresses van de HKD, die haar de met kaas gevulde naaidoos, die van Tiny’s moeder was geweest, kwamen overhandigen.
Tijdens de busreis pakte Ab in Zwolle de microfoon, vertelde dat hij weer aan de goede kant van de IJssel was, versprak zich nog door het te hebben over de Overijsselse Vecht (het moet echt gewoon “de Vecht” zijn volgens hemzelf; daarnaast is er nog een Utrechtse Vecht) en bedankt iedereen.
Om half 4 stapte iedereen aan de Ruitenborghstraat uit, een bijzondere ervaring rijker.
Jan Sibelt, mei 2019